Kenniscentrum

Waarom heet Jodenhaat antisemitisme?

Deel dit artikel

Zoals dat vaak met taal gebeurt, nemen woorden en begrippen door de eeuwen heen een andere betekenis aan dan de letterlijke.

‘Antisemitisme’ is een vijandig beeld van Joden dat op vooroordelen is gebaseerd. ‘Semitisch’ is een begrip dat verwijst naar een talengroep. Het Arabisch, Hebreeuws en Maltees vallen allemaal onder de Semitische talen.

Als we alleen naar de letterlijke betekenis van het woord kijken, betekent ‘antisemitisme’ dus ‘vijandigheid tegen Semitische talen’. Maar zoals dat vaak met taal gebeurt, nemen woorden en begrippen door de eeuwen heen een andere betekenis aan dan de letterlijke. Dat is ook met het woord ‘antisemitisme’ gebeurd: in de loop van de 19e eeuw werd dit het meest gangbare woord voor Jodenhaat. Voor die tijd heette het meestal ‘anti-judaïsme’, omdat Jodenhaat toen vooral nog religieus van aard was.

Zijn Joden én Arabieren ‘Semieten’?

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft het begrip ‘Semitisch’ dus alleen betrekking op een taalgroep, en niet op volkeren of groepen van een bepaalde afkomst. Semitische talen worden vooral in het Midden-Oosten gesproken, door mensen van verschillende religies en etniciteiten. Maar ook het Amhaars en Tigrinya, twee talen die in Ethiopië worden gesproken, behoren tot de Semitische taalgroep.

Taal en afkomst zijn verschillende dingen en staan los van elkaar. In principe kan iedereen een Semitische taal leren, zonder dat je afkomst daarmee verandert. Er bestaan dus geen  ‘Semitische volkeren’. Joden zijn geen Semieten en Arabieren ook niet.

Hoe komt het dat ‘antisemitisme’ ‘Jodenhaat’ is gaan betekenen?

In de 19e eeuw kwam de rassenleer op. In die tijd geloofde men dat mensen onderverdeeld konden worden in biologisch aantoonbare rassen. Ook Joden zouden een apart ras zijn en daarmee aangeboren fysieke- en karakter eigenschappen hebben. Deze eigenschappen zouden ‘de Jood’ onderscheiden van andere mensenrassen.

Jodenhaat bestond in Europa al ver voor de 19e eeuw: ons continent kent een lange geschiedenis van vijandigheid tegen Joden en de Joodse religie. Nationalistische politici en schrijvers wilden dit anti-judaïsme rechtvaardigen in de geest van de nieuwetijd: het gevaar dat volgens hen van ‘het Joodse ras’ uit zou gaan kon worden verklaard door de invloed van Semitische talen. Hoewel Europese Joden al sinds de Oudheid geen Semitische talen meer spraken, was hun karakter en denkwijze hierdoor wel nog steeds beïnvloed, volgens de theorie, en daarom waren Joden fundamenteel anders dan sprekers van ‘Arische talen’. Taal en ras werden dus instrumenten voor discriminatie.

Net zoals de andere ‘-ismen’ in die tijd (communisme, kapitalisme, nationalisme, etc.) werd ook antisemitisme een ideologie. De term werd in 1879 gepopulariseerd door een Duitse publicist, Wilhelm Marr. Hij richtte zelfs de ‘Antisemitische Liga’ op. Mensen zagen antisemitisme niet als een controversieel taboe, maar waren er juist trots op.

Hoewel de term ‘Semiet’ destijds in theorie ook naar niet-Joden, zoals Arabieren, had kunnen verwijzen werd in de praktijk met ‘antisemitisme’ altijd op Joden gedoeld. Zo is de term ‘antisemitisme’ uiteindelijk gemeengoed geworden. De positieve ondertoon was overigens al snel verdwenen: zeker sinds de Holocaust is het absoluut niet meer sociaal geaccepteerd om ‘antisemiet’ te zijn.

Van religieus naar raciaal antisemitisme

Zoals al gezegd was Jodenhaat, of anti-judaïsme, zoals het eerst heette, bepaald niet nieuw in Europa of daarbuiten. Het christendom stelde immers dat Joden de moordenaars van Jezus Christus waren en dat het Jodendom een achterhaalde en minderwaardige religie was. Lange tijd werd de Jodenhaat dus vanuit de christelijke kerk gevoed.

Jodenhaat was in die tijd vooral gericht op het Jodendom als religie. Niet de etniciteit van Joden was belangrijk, maar hun godsdienst. Joden konden dus hun levensomstandigheden verbeteren door zich tot het christendom te bekeren – hetgeen vaak ook onder dwang werd geprobeerd.

Langzamerhand ontstond echter het idee dat etniciteit wél relevant is, en dat Joden – zelfs als ze tot het christendom waren bekeerd –altijd afwijkende karaktereigenschappen zouden blijven houden, die een bedreiging zouden vormen voor de mensheid. Of Joden gelovig waren of niet deed er niet meer toe: antisemitisme is vijandigheid tegen Joden, alleen omdat ze Joods zijn.

Meer over ons

Het Meldpunt Antisemitismekomt voort uit het Centrum Informatie en Documentatie Israel, dat jarenlang de Monitor Antisemitische Incidenten verzorgde. Ons team bestaat uit bevlogen medewerkers die ieder hun eigen expertise hebben op het gebied van antisemitisme en educatie.

Steun ons werk

Steun het Meldpunt Antisemitisme en sluit je aan bij de strijd tegen Jodenhaat. Zo kunnen we samen het verschil maken en ons steentje bijdragen aan een groter veiligheidsgevoel voor Joden in Nederland.
Doe een Donatie